vrijdag, augustus 30, 2002

I'm watching you!
'k heb hier nu ook een teller op.
Een onzichtbare.
Want anders stel ik me wel erg kwetsbaar op.
Als het nu binnenkort stil blijft op Kazarca’s front,
dan weten jullie alvast dat die dingen die incognito alles in het oog houden alleen maar slecht zijn voor de persoonlijkheidsontwikkeling van de betrokkenen en efficiënt voor het doen uitdoven van langzaam en aarzelend groter wordende vlammetjes.
En dan ben ik een doel armer maar een levensles wijzer.

I want it all
Ik wil ik wil ik wil, ik wil zoveel, ik wil reizen studeren stage lopen werken webloggen en liefst in zoveel mogelijk verschillende vormen.
Ik wil wegen begaan waarvan ik het bestaan nog niet weet, wil mensen leren kennen die een totaal andere perceptie van het leven hebben als ik, wil dingen zien die voor eeuwig op mijn netvlies gegrift zullen blijven, wil stof tot conversatie opdoen in den vreemde.
Ik wil talen, geschiedenis, kunsten, gedachten en omgangsvormen bestuderen.
Wil weten wat mensen drijft om beslissingen te nemen.
Wil me in de onderlinge verwantschap tussen verschillende idiomen verdiepen.
Wil iets concreet leren, een vak, een vaardigheid. Maar ik wil ook tonnen kennis opdoen.
Ik wil me onderscheiden van de massa, wil de dingen anders doen dan de anderen, wil een stapje voor hebben op mijn medestudenten en op mijn vriendjes en vriendinnetjes (die dit nu lezen… lieve vriendjes en vriendinnetjes maak jullie geen zorgen, op mijn weg naar de top zal ik jullie ontzien).
I want it now. En dat is het probleem.
Een lieve jongen had het tegen me ooit over Delay of Gratification. Da's een goeie. Maar wel een moeilijke voor mensen als ik. Want ik ben snel enthousiast, ben snel helemaal weg van het ene, en voor ik het weet is het andere weer all I can think of. Dus het komt erop aan plannen snel uit te voeren voor ze in de vergeethoek terechtkomen. Want geef nou toe: wat voor nut heeft het nu als mensen als ik een reep chocola een week in de koelkast laten liggen om er daarna des te meer van kunnen te genieten? De kans is groot dat de reep na een week compleet vergeten is omdat er een ijsje staat te lonken. Zonde toch? Ligt die chocola daar slecht te worden. Dus lieve jongen, ik blijf proberen, maar ik vrees dat ik toch veel meer leef bij de impuls van het moment.

woensdag, augustus 28, 2002

Feestje
Dit voelt als een feestje. Ik heb uitnodigingen verstuurd, heb mensen gevraagd even langs te komen. Heb de tafels op hun plaats gezet en ze nauwkeurig gedekt. Er zijn toeters, bellen en ballonnen. Er is gepaste muziek en het menu is met zorg gekozen. De genodigden vormen een select groepje, zijn weloverwogen uitgekozen om erbij te zijn op mijn feestje. Alles is in orde, alles lijkt goed. Nog een paar kleine wijzigingen. Even rondkijken, genieten van de stilte voor de storm. Dit is nu nog even helemaal van mij. Van mij alleen. Mijn creatie, mijn maaksel.
De deuren mogen open.
Komt dat zien!
Mijn gedachten zijn nu online.

Ik Wil Ook!
Laatst uitgebreid zitten snuffelen op allerlei weblogs. Leuk! En grappig! Of soms ook saai! Af en toe apart en maar zelden amateuristisch. Erg stijlvol zelfs en vaak ook professioneel ogend . Ik wil ook! Maar tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. Vooral dat laatste. Bezwaren als computeranalfabetisme, of onbelangrijkheidwaan, maar eigenlijk vooral drempelvrees. En ook geld. Want het schijnt duur te zijn, zo'n .com of .be of .nl …. En daar ik val onder de categorie "arme student ", kan het nog wel eens gaan spannen…
Maar goed. Ik herhaal: IK WIL OOK!
Misschien doe ik het nog wel eens. Ooit. Wie weet.

Wat is dit?
Dit is een weblog. Een plaats in cyberspace waarop ik mijn gedachten met jullie deel. Een soort online dagboek. Een uitlaatklep. Een vorm van communicatie. Therapie. Een nieuwe passie, een vlam die misschien binnenkort weer uitdooft (zoals ze dat wel vaker plegen te doen) en die af en toe weer wat zuurstof krijgt. Of een hevig brandend vuur. Wie weet. Misschien duurt het deze keer. Misschien niet. De tijd zal het uitwijzen.

Things to do in Rotterdam
Gisterenmiddag in Rotterdam centraal:
Naast de gevaarlijk ogende types,
De daklozenkrant verkoopster
En de twee agenten op hun plekje in het midden van de stationshal:
Een standje met het opschrift “what can you do in Rotterdam today?” en twee stadswacht-types die er weinig enthousiasme uitstralend bijzaten. Met folders, veel folders.
Gisteren kon je in Rotterdam
- salsa dansen
con amor welteverstaan
- diertjes kijken in Blijdorp
nu ook met abonnement
- gegidst fietsen
molens! windmills!
- een tentoonstelling bezoeken
over bagageperikelen op Schiphol
- een boottocht maken
molens! windmills!
- op de love & marriage beurs flaneren
en er met 20% korting trouwringen kopen.
Maar natuurlijk ook wandelen, praten, eten, knuffelen, lachen, huilen, werken, plassen, een bank overvallen, poepen (hihi), winkelen, scriptie schrijven en lezen.
Benieuwd wat er morgen voor spannends te beleven valt in Rotterdam!

De kaartjesknipper en de Aziaat
When stop in the station
Kock knock knock on window
(klopgebaar in het luchtledige)
You look to left
(wijsvinger onder rechteroog, licht huid naar beneden trekkend en daarbij oogrood tevoorschijn toverend)
and right someone steal your bags
and go run away
(elleboogholtes in rechte hoek, rechtervuist naar voren, linker elleboog naar achteren brengend, en dan omgekeerd, meerdere malen snel na elkaar herhalend)
Be careful! Watch out!
(rechterwijsvinger op oorhoogte waarschuwend heen en weer bewegend)
Het zal je maar overkomen.

Vergelijkingen
Gisterenavond in de kroeg:
Wouter Kiers en aanhang. Hij swingde hij charmeerde hij jongleerde en hypnotiseerde. Ik ben geen kenner maar ik was er weg van. De hele tent met mij want we zwegen allemaal. Slecht voor de omzet natuurlijk want waag het maar eens om de stilte te breken met als enige doel bier te bestellen. Absurd eigenlijk als je erover nadenkt.
Want wie schaamt zich nou om te studeren in de bibliotheek?
Om een wandeling te maken in het park?
Om te plassen op de WC?
Om zijn haren te laten knippen bij de kapper?
Om de koppen te lezen in de krant?
Om TV te kijken op de bank?
Om een brood te kopen bij de bakker?
Kijk ik ben geen kenner maar ik denk dat ik met deze vergelijkingen mijn punt wel onderbouwd heb. Wouter Kiers was absolutely Fabulous vannacht.

Mot in lamp
Er zit een mot in mijn lamp.
Misschien is het een ander beest maar het is in ieder geval één van die nachtvlinders. Toen ik terugkwam van de kroeg lag er op de plaats waar ik mijn schoenen wou zetten iets donkerkleurig van zo’n 2 cm op 2. Een gedroogd rozenblaadje, dacht ik. Want op die plek plegen die wel eens neer te komen. Niets vermoedend bewoog ik mijn hand in de richting van het vermeend rozenblaadje, maar toen ik het raakte ging het vliegen. FLADDEREN! Zoals alleen nachtvlinders het zo angstaanjagend kunnen. Ik schrok me rot! Deed al het mogelijke om enig contact te vermijden, daarbij zo min mogelijk geluid makend want ik ben me ten allen tijden en vooral ’s nachts bewust van de locatie van het bed van mijn onderbuurvrouw: net onder het schoenen- en wastafelhoekje van mijn kamer (ze slaapt in de hoogte). Na een paar seconden fladderen (het leken wel uren) kwam het beest terecht in mijn staande lamp. Het bovenste deel ervan is net een halve voetbal (maar dan mooi), een soort kom met op de bodem het peertje. Ik kon alleen maar toekijken hoe de motachtige bleef fladderen en daarbij enorme mini-stofwolkjes veroorzaakte.
(Ik nam me ter plekke voor de binnenkant van mijn lamp de volgende keer bij het schoonmaken vooral niet te ontzien, en ik bedacht me dat het een goed idee was om morgen mijn schoen-en wastafelhoekje te stofzuigen. Ik verwonder me steeds over de snelheid waarmee gedachten in je hoofd opkomen. Op dit soort momenten merk je dat. Dat merk je ook wanneer de telefoon gaat. Wanneer je moeder zegt dat ze een hartig woordje met je wil spreken. Wanneer de huisbaas ineens in je kamer staat of de politie langsrijdt als je aan het fietsen bent zonder licht op het voetpad met een passagier op je bagagedrager)
En ik bedacht me dat ik het beest moest vangen. Nobel zou het zijn om het zachtjes naar buiten te geleiden, de nacht in waar het thuis hoort, maar ik zal eerlijk zijn: dat durf ik niet. Want dan moet ik het aanraken. En dat lukt me niet.
Het beest zat dus te fladderen in mijn lamp. Ik spurtte naar mijn bureau, graaide daar het eerste het beste voorwerp van formaat af, spurtte terug naar de lamp en legde het erop.
Er zit een mot in mijn lamp.
Boven haar bevindt zich een werkstuk over fundamentalisme in Saudi Arabië.
Onder haar een steeds heter wordende warmtebron.
En dan ga je nadenken.
Over dingen als ‘dood door de hitte’
en ‘tragisch einde aan een mooi bestaan’
en ‘het licht zien op het einde der dagen’.
Het heilige licht misschien.
Je zou je voor minder door Allah persoonlijk benaderd voelen.

dinsdag, augustus 27, 2002

Gitaar
Op de radio klinkt een lied dat ver vervlogen herinneringen in mijn hoofd op doet doemen. Ik weet niet precies hoe het heet maar "Parsley, sage, rosemary and thyme" zijn vaak terugkomende woorden. Scarborough Fair, denk ik. Van Simon & Garfunkel als ik met niet vergis. Het doet me denken aan de tijd dat ik gitaar speelde. Ik was 13. Ik wou aan het kampvuur de show kunnen stelen, ik wou beroemd worden
(dat wil ik trouwens nog steeds maar ik ben van plan het via andere wegen te bereiken),
en ik wou dat alle jongens weg van me waren
(ook dat vind ik nog steeds erg leuk, maar ik heb ondertussen geleerd dat dat op andere manieren ook wel lukt).
Mijn lerares heette Virginie en ze was ongelofelijk cool. Ze had de juiste kleren, mooie schoenen, een hip kapsel en daarnaast was ze ook nog eens bloedmooi en had ze een prachtstem. De verpersoonlijking van hoe ik worden wou. Virginie hield niet van klassieke gitaar, ze ging voor de moderne versie. Dus leerde ik songs als "Guantanamera" en "Scarborough Fair". Geweldig, helemaal wat ik wilde, ware het niet dat ik erbij moest zingen. Jawel lezers, ik moest zingen. Uit volle borst. Helemaal alleen. Oh als ik eraan terugdenk… Ik voelde me een klein bang vogeltje dat uit het nest gegooid werd op het moment dat het nog helemaal niet aan vliegen toe was. Het vogeltje en ik hadden twee opties: vliegen of neerstorten. Ik hoop dat het met het vogeltje beter afgelopen is als met mij. Want ik ging voor de laatste. Grote letsels heb ik er niet aan overgehouden. Alleen maar het idee dat muziek niets voor mij is. Maar och, ik roei met de riemen die ik heb. Ik steel de show door enthousiast overal voor te gaan, ik maak mannen verliefd met behulp van mijn glimlach en beroemd… dat komt ook nog wel eens.

Persoonlijk
Weinig van de weblogs die ik vandaag gelezen heb, bevatten erg persoonlijke informatie. Raar als je bedenkt dat webloggen eigenlijk een vorm van online dagboek bijhouden is. Gebeurtenissen en anekdotes bij de vleet, maar gevoelens? In geen velden of wegen te bekennen. Waarschijnlijk toch iets te eng om je intiemste gedachten zomaar in de cyberkring te gooien. "Kijk eens mensen hoe grappig en zelfbewust en origineel en vol van inspiratie ik ben! Wat ben ik toch blij blij blij, delen jullie dat met mij?"
Ik moet eerlijk toegeven dat ik het zelf ook niet zo makkelijk vind, om mijn twijfels en frustraties met "God en klein Pierke" te delen, maar een uitdaging is het wel. En een manier om baanbrekend, innoverend en apart te zijn. En ja mensen die ambitie heb ik (confessie 1).
Meer confessies:
- Ik ben niet altijd even zeker van mezelf als ik uitstraal
- Ik twijfel vaak aan mijn langetermijnrelatie-capaciteit (alsook de spellchecker)
- Ik heb een erg grote dwang naar bevestiging
- Ik heb een heilig geloof in de therapeutische werking van schrijven.
Voor zover de therapie van vandaag.

Arme student
Het is allemaal relatief natuurlijk. Want welke student eet nooit uit, heeft geen TV en geen computer, belt niet mobiel en draagt nooit merkkledij? Om mijn geweten te sussen bedenk ik me af en toe dat het toch nobel is dat ik ook geld geef aan goede doelen. Laatst nog aan het AIDS fonds. Als ik me dan op een dag arm voel, kan ik mezelf nog steeds voorhouden dat dat komt doordat ik zoveel aan liefdadigheid doe.

Wist je dat…
… meidenbladen een bron zijn van knowhow en gebruiksaanwijzingen wanneer het over seks gaat? Lang leve de meidenbladen in de strijd tegen ongewenste zwangerschappen en Soa's en voor seksueel zelfbeschikkingsrecht van jonge vrouwen!

AIDS
De vorige bewoonster van mijn kamer had behalve een plant
(die absoluut onreanimeerbaar bleek - het was dus waarschijnlijk eerder uit luiheid dan uit vrijgevigheid dat ze hem had achtergelaten)
en een fles wijn
(witte wijn en toen ik bedacht dat het wel leuk zou zijn hem op te drinken, was het al een paar maanden en veel koude dagen gekenmerkt door temperatuurschommelingen in mijn kamer - leve de centrale verwarming - later, dus hij staat er nog steeds: als boekenhouder)
ook een sticker op de deur achtergelaten. "STOP AIDS NOW!" staat er in het rood met zwart op. Omdat ik dat wel een goed plan vind waar ik compleet achter sta, heb ik hem laten hangen. Grappig wanneer mensen die sticker zien. Ze weten standaard niet hoe te reageren. Je ziet ze denken van "zou het….?" Maar ik zeg lekker niets. Behalve nu dan. Neen lieve mensen, ik heb geen AIDS. Ik heb nog nooit van mijn leven een heroïnespuit van dichtbij gezien en ik vrij veilig, ik ben zelfs getest. Je mag me dus in het vervolg weer zoenen, aanraken en uit hetzelfde glas drinken kan ook geen probleem meer vormen. Dat kan het trouwens nooit. Dat en nog veel meer zou je ook weten als je net als ik opgegroeid was tussen de meidenbladen .

Oho I'm an alien, I'm a legal alien…
.be of .nl, beiden een mogelijk einde voor mijn logadres
(is dat een woord? De spellchecker vindt van niet. Maar lieve mensen, geloof niet alles wat die beweert! Hij gelooft zelfs niet in het woord spellchecker. Onderlijnt het met golfjes in het rood. Ha! Moet ik geloven in dingen die niet in zichzelf geloven? Dacht het niet!).
En enveloppen aan mij gericht kunnen eindigen met "België" of met "Nederland". Die komen dan ook aan.
(Als de regels tussen naam en land natuurlijk kloppen)
Soms spreek ik Vlaams en soms Nederlands.
Af en toe eet ik frit maar meestal patat.
En het woord poep heeft voor de ene helft van mijn kennissenkring een totaal andere betekenis dan voor de andere.
(De niet-lage-landen-bewoners natuurlijk buiten beschouwing gelaten want die hebben naar alle waarschijnlijkheid geen flauw benul van de hilarische misverstanden over dit woord.)
Ik ga geregeld naar de kroeg en bij wijle op café.
Mijn naam is in mijn land van herkomst een unicum terwijl 1001 Holandesas hem op hun deurbel hebben staan.
(En dat heeft zware psychologische gevolgen voor mijn perceptie van mezelf: ik ben niet uniek! Mensen zullen denken dat mijn ouders doorsnee, saai en inspiratieloos zijn. MAAR nee, integendeel: mijn ouders zijn niet doorsnee, saai en inspiratieloos, ze zijn Belgisch!)
En meestal zing ik luidkeels mee met "Englishman in New York ". Ik voel me net als Sting een beetje bijzonder.

Na verloop van tijd
Net zoals ik in Nederland verwacht dat mensen na verloop van tijd niet meer verwonderd zullen zijn dat ik als Belgische in Leiden rondhang, dacht ik dat Dominicanen in Santo Domingo na een aantal maanden zouden stoppen met fluiten en roepen. Niet dus. Blijkbaar heb je toch meestal de verwachting dat als je je thuis voelt, je dat thuis voelen ook uitstraalt. Dat mensen aan je zien dat je gewoon in hun omgeving woont, eet, drinkt, denkt, slaapt, spijsverteert, bent en functioneert. Maar neen, weer zing ik luidkeels mee met "Englishman in New York ".

Conversatie
(in de kroeg dus meestal met te veel randgeluiden om lange zinnen met veel argumentatie te gebruiken)
- Goh jij komt zeker uit het Zuiden, met dat accentje van jou!
- Ja…
- Waar kom je vandaan?
- Uit België
- Oh waar in België?
- Uit Leuven
- En wat doe je dan hier in Leiden?
- Studeren…
- En kan je dat niet in België? (gelach)
(Of soms, als men geïnformeerd is: maar Leuven is toch een universiteitsstad?)
- Jawel, maar de studie die ik doe kan je daar alleen als specialisatie doen, en niet als hele studie en dat wou ik dus wel. Daarom ben ik naar Leiden gekomen…
En dan:
- En wat vind je van Nederland?
- Best leuk! Ik vermaak me prima!
- Wat zijn nou de grootste verschillen tussen België en Nederland?
- Nou, hier heb je veel molens! Windmills! En kaas en klompen! En het is hier allemaal eerlijk en gelijk voor de wet, maar volgens mij ook veel individualistischer, terwijl je in België toch meer het groepsidee hebt.
Gewoon een conversatie, niets mis mee zou je denken. Nou dat dacht ik dus ook de eerste paar keren. Maar ik woon nu al twee jaar in Nederland, en je zou denken dat mensen na verloop van tijd stoppen die dingen te vragen. Maar niet dus. Want mensen blijven mensen en zolang ze me niet kennen, zullen ze zich verwonderd af blijven vragen wat die Vlaamse dan toch in Holland doet.
Mogelijke oplossing één: ik praat niet meer met vreemden.
Mogelijke oplossing twee: ik meet mezelf een Nederlands accent aan.
Mogelijke oplossing drie: ik leg me erbij neer dat ik diezelfde conversatie nog meerdere malen zal moeten voeren.
Ik denk dat het de laatste wordt. Want om mijn persoontje nu te gaan verloochenen (waarvan één en twee toch belangrijke factoren zijn), lijkt me iets te radicaal. Zucht. Misschien kan ik het gesprek op bandje opnemen. Of een informatiebrochure schrijven. Of al die nieuwsgierigaards naar deze log verwijzen natuurlijk!

Kazarca
Ooit, in een ver verleden heb ik bij de scouts gezeten. M'n moeder kwam met het idee. Het zou goed zijn voor mijn algemene ontwikkeling. En ik zou een vriendengroep opbouwen van mensen die onder dezelfde kerktoren geboren waren en naar school gingen, en er waarschijnlijk zouden trouwen, kinderen baren, oud worden en doodgaan. Ongetwijfeld prachtig om dat allemaal mee te mogen maken. Maar het heeft niet mogen zijn. Na twee jaar hield ik het voor bekeken. Ik ben overtuigd van de voordelen van jeugdbewegingen, maar het was niet voor mij weggelegd. Ik ben er zeker van dat uit alle dingen die je overkomen wel iets goed te distilleren is. In dit geval de naam van deze weblog. Een verhaaltje:
Elke zomer gingen de scouts op kamp. En die ene keer ging ik mee. Op een dag moesten alle eerstejaars jonggidsen, waaronder ik, een levensgrote pop maken, met takken, WC-papier en touw. Alle poppen moesten door hun maaksters in het bos verstopt worden. Die avond aan het kampvuur werd duidelijk dat die poppen niet zomaar poppen waren maar een symbolische functie vervulden in de rite de passage die de eerstejaarsgidsen die avond zouden doorlopen. Eén voor één moesten we het pikdonkere bos in, zonder zaklantaren of enig ander als lichtbron dienend voorwerp, om onze pop te gaan zoeken. Wanneer we ze gevonden hadden, moesten we ze mee terug naar het kampvuur nemen en ze erin gooien. Terwijl de pop in vlammen opging werd ons verteld dat ze symbool stond voor onze oude identiteit. Die lieten we achter ons en zou vervangen worden door een nieuwe ik, met een nieuwe naam en een nieuwe status in de groep: die van ingewijde.
Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat een ouderejaars me 's middags tijdens het knutselen al had ingefluisterd dat ik mijn pop niet te ver moest verstoppen omdat ik ze 's nachts zou moeten zoeken. Dus had ik ze achter de dertiende boom aan mijn linkerhand naast het pad verscholen. Maar toen het donker was, was het lang niet zo evident ze terug te vinden. Ik herinner me nog (dit is tien jaar geleden, dames en heren!) dat ik een paar keer opnieuw ben beginnen te tellen omdat het me niet lukte de bomen in de rij waar ik van uitging te onderscheiden van de anderen. Daarnaast was het pikdonker en struikelde ik meermaals over boomwortels, plantjes, takken en stronken. Om maar te zwijgen over de angst die ik in alle delen van mijn lichaam voelde kloppen
(andere leuke dingen aan kampvuren zijn de spannende verhalen die je errond vertelt - dat was voor die beruchte avond al verschillende keren gebeurd).
Tijdens de zoektocht was ik al een paar keer bijna in huilen uitgebarsten en had ik geroepen "Ik vind ze niet!", maar de gedachte om zonder die verdomde pop naar de groep terug te keren kwam niet bij me op, dat was absoluut uitgesloten. Toen ik mijn oude ik eindelijk gevonden en in het vuur gegooid had, gingen de leidsters me vertellen welke nieuwe naam ze voor me hadden gekozen en waarom. Het werd - U raadt het al - Kazarca, de naam voor een zwaluw, omdat die precies weet waar ze naar toe wil en het koste wat kost wil bereiken.
Met de scouts is het nooit meer wat geworden. Een paar maanden na het kamp ben ik ermee gekapt. Maar de naam Kazarca bleef me bij, ik speel al lang met de gedachte er iets mee te doen. Ik heb bijvoorbeeld gedacht aan een tattoo
(in de vorm van een zwaluw maar dan moet je uitkijken want al snel loop je voor eeuwig en altijd met een V op je lichaam en dat is ook weer zo raar),
misschien komt die ook nog wel, maar voorlopig is het enkel de naam van mijn weblog.
En de naam waar ik mezelf mee aanspreek als ik het allemaal even niet meer zie zitten ("Kop op Kazarca, je komt er wel!" - Confessie!).

Weblog Commenting and Trackback by HaloScan.com