Stress in mijn hoofd
Eerst waren er zus B en tante E die het erg leuk vonden me ervan te overtuigen dat ik niet de juiste documenten heb om naar de VS te reizen.
"Een heel nieuw paspoort heb je nodig."
"Heb ik."
"Maar zo'n computerleesbaar ding, niet zo'n boekje."
"Maar ik heb een spliksplinternieuw paspoort, een paar maanden oud, dat is echt goed hoor!"
"Nou..."
"Echt wel!"
"Maak je geen zorgen, maandag kan je nog een visum halen."
"Mijn vlucht vertrekt al om tien uur 's ochtends..."
"Oh..."
"Oh..."
Thuisgekomen en opgezocht bleek dat zij me voor niets de stuipen op het lijf hadden gejaagd (ja, echt). Had ik kunnen weten.
Dan was er het papier met de vluchtroute. Dat is er nog steeds. En het zegt nog steeds - niet in zoveel woorden, maar toch - dat ik maar veertig minuten heb om over te stappen. Veertig minuten zijn kort in de wereld van de luchthavens en in het hoofd van Kazarca. Kazarca heeft een beetje een openbaar-vervoer-missen-fobie. En nu is het misschien bijna zover. Ga ik twee weken naar Dublin in plaats van naar LA. Ieren zijn volgens mij best OK, maar doe mij maar R. Ja, toch wel.
Vannacht slaap ik waarschijnlijk niet. En als ik slaap droom ik over Dublin. Over missen van vliegtuigen, opnieuw en opnieuw en opnieuw. Over R die binnen mijn blikveld maar onbereikbaar ver weg is.
Over vierentwintig uur zou ik in LA kunnen zijn.
Si dios quiere. Ik wil het in ieder geval wel. Daar zijn zo'n stress-situaties dan wel weer goed voor: ze doen me beseffen dat ik er eigenlijk stiekem toch wel erg veel zin in heb. Of dat zo blijft, hoort u nog wel. Stay tuned.