A en J reunited
De Engelse, de Argentijnse en de Belgische collegae hadden het erover: de vervreemding. Je woont in het buitenland, je leeft, je ademt, je eet, je lacht en je huilt in het buitenland. Dat doet wat met je. Je wordt een beetje dat buitenland. Ik ben een beetje Nederland geworden.
Ik neem een fles wijn mee als bij iemand ga eten. Ik wens mensen succes bij het afscheid. Ik drink gewoon bier en geen wijn in het café. Ik gebruik woorden als tering, pleuren, tiefen, onwijs en aso.
Doorgaans sta ik er niet bij stil en als ik dat wel doe vind ik dat prima, maar soms is daar wel die vervreemding. Soms ben ik op een trouwfeest in mijn België en voel ik me alsof ik de boot gemist heb. Soms kom ik iemand van vroeger tegen en is het alsof we beiden een andere taal spreken. Maar soms is het gewoon goed. Zoals met A, gisteren. Op de Oude Markt in Leuven. Onze levens hebben parallel gelopen van 1982 tot 1998. Toen zijn ze finaal andere richtingen uitgegaan. A is gesettled en weet wat ze wil. Ik niet. Maar bij A maakt dat niet uit. A en ik zijn altijd A en ik. Leiden, bier, wijn en onwijs veranderen daar helemaal niets aan. Het is goed bij A.