maandag, september 25, 2006

Salsamarco en zijn Marieke
Op de dansvloer stond een hele colonne beginnelingen op de maat te heupwiegen. Sommigen hadden er aanleg voor, anderen stampten houterig om zich heen in plaats van subtiel heupwiegend rond te dartelen. Een enkeling had het al eerder gedaan. Dat zag je. Vast meisjes die het in een all inclusive resort in de Dominicaanse Republiek van hun vakantiepedro geleerd hadden. In vier lange rijen schoven ze vooruit op de “een twee, een twee” van de dansleraar en op de tonen van Juan Luis Guerra en Elvis Crespo. “Halve draai, een twee, een twee, en de andere kant op!”

Bij de garderobe aan de zijkant een ruziënd koppel. Zij blond en stijl, hij kroeshaar. Ze had het slim bekeken want hij zat op de toonbank met zijn benen open en zij stond er tussenin. Hij kon geen kant op. Met grote armgebaren maakte ze haar ongenoegen duidelijk. Hij bleef schijnbaar onbewogen. De colonne draaide weer om, weg van hen, “en draai een twee”, weer terug. Ze hadden schijnbaar niet door dat ze een publiek van ongever vijftig beginnelingen hadden. Of ze waren zo ver heen dat het hun niet meer kon schelen. Zij bleef met haar armen zwaaien en met haar vinger wijzen naar zijn ogen, hij bleef haar onverschillig aankijken. Na vier nummers, vijftig keer een basispas en een eerste draai stoof ze weg. Hij bleef achter. Na vijftig keer de tweede draai stond hij te flirten met een ander.

donderdag, september 21, 2006

Maar humor heeft ze wel
Of ze een emailadres heeft, vraag ik haar, zodat ik haar de foto's door kan sturen.
Hija, zegt ze lachend, een emailadres? Ik heb niet eens een geboorteakte!

woensdag, september 20, 2006

Kauri en de politie
Er is zoveel dat ik kan vertellen. Dat zei ik gisteren ook al aan de telefoon. "Ik kan je zoveel vertellen dat ik niet weet waar ik beginnen moet."
Uiteindelijk vertelde ik niets.

Laat ik het hebben over twee momenten. Het eerste, waar Kauri en ik een heuvel afliepen. Rechts van ons meer heuvel en links van ons de zee. Een politie-auto reed voorbij. Ik vroeg haar of ze bang was. Nee, dat was ze niet. Want ze deden hier geen identiteitscontroles. Dat was het goede aan het dorp.

Moment twee. 's Avonds zaten we met nog wat Dominicaanse vrouwen wat te drinken, te praten, te lachen en te dansen in het appartement. Hilariteit alom, gaat de bel. De politie. Kauri wist niet hoe snel ze uit het zicht van de deuropening moest verdwijnen. Zittend op een krukje, met haar handen tussen haar knieën geklemd, staarde ze me met grote ogen aan. De politie vroeg of we het wat zachter aan konden doen, ze hadden klachten gehad van de buren. Maar natuurlijk, zei Nicole, vrouw van het huis, met papieren. Natuurlijk. Waarop de politie vertrok.

maandag, september 11, 2006

Si, soy yo
Ik kijk naar filmpjes op mijn computer. Ik sta op, bind de vuilniszak dicht. Klik een filmpje aan over kanker. Mijn nichtje belt. We praten over geld en een travestietenshow. Ik kijk verder. Ik doe het oud papier in zakken. Steek een was in de machine.

Ik klik een filmpje aan over een Friese moeder met Surinaamse adoptiekinderen. Ik denk aan de mijne, die naar Spanje vertrekt, met mijn vader. Ik denk aan mijn eigen reisje naar Spanje. Probeer Kauri nog maar eens te bereiken. Haar voicemail zegt me "Si, soy yo", maar de live versie krijg ik niet te pakken. Ik wil haar vertellen dat ik een ticket heb. Dat ik zaterdag bij haar ben. Dat weet ze nog niet. Dat ik zaterdag bij haar ben. Ik heb haar al verteld dat ik wat dikker ben. Dat mijn haar kort is. En dat het goed gaat.

Ze heeft me al verteld dat ze Spanje niet fijn vindt. Maar dat ze werkt voor haar zoontje in de Dominicaanse Republiek. Dat ze al geld heeft kunnen sturen. Dat oude mannen met haar willen trouwen maar dat ze daar zelf geen zin in heeft.

De Surinamers landen in Suriname. Eentje zegt dat hij zijn moeder voor het eerst gaat zien. Dat vind ik raar. Hij is toch uit haar gekomen. Ik was die paar vieze spullen af. Denk aan het strand. Probeer Kauri nog eens. Ze neemt wel op. Of het goed is dat ik zaterdag kom. Ja, zegt ze, dat is goed. Ze klinkt neutraal. Ik klink neutraal. Ik vind het eng. Onwennig. We spreken af dat we haar moeder in de Dominicaanse Republiek zullen bellen als ik er ben. En dat ik wat meebreng voor haar zoontje. Om het op te kunnen sturen. De Surinamers hebben het over hun moeder die hun in de steek gelaten heeft. Eentje veegt zijn tranen af met een witte zakdoek.

dinsdag, september 05, 2006

Eigenlijk zou ik nu vanalles moeten schrijven. Mijn hoofd loopt over van gedachten en zinnen en ideeën en argumenten. Ik schommel heen en weer tussen vreugde en verdriet, tussen manisch en depressief. Maar daar kan ik het niet over hebben. Dat ligt gevoelig. Heel gevoelig, dat is een mijn die door een landende mug tot ontploffing gebracht kan worden.

Waar ik het wel over kan hebben is mijn nieuwe baan, dames en heren, wat zeg ik, mijn twee nieuwe banen. Deel van de feestvreugde, van de opluchting, van de uitzinnigheid, van de euforie en de absolute blijheid, extase en het gloeiende stralende aura. In veertien maanden ben ik zo blij niet geweest. Misschien maar goed dat er ook verdriet is, ergens in mijn hoofd. Mijn vriendinnen vonden me al zo'n smerig Christenmeisje. Met een grote blije onafveegbare lach op mijn gezicht omdat de wereld goed en het opperwezen mooi was. Daar twijfel ik nu weer aan, gelukkig. Want het moet niet te gek worden.

Weblog Commenting and Trackback by HaloScan.com