dinsdag, maart 27, 2007

Lentekind
Uit de radio klinkt Boris Gardner. Hij brengt me terug naar een paar zomers geleden. De nacht ruikt naar lente. Een eend drijft voorbij aan de andere kant van het wijdopen raam. Verderop praten mensen in het licht van de lantaarns. Flarden van hun gesprek drijven binnen. De lucht is licht van beloftes en mijn hoofd en lijf nemen ze graag over.

maandag, maart 12, 2007

De fotograaf en zijn archief
"Boom Boom Boom Boom, I want you in my room" schalt de transistorradio in de uitgeholde boomstam waarin we de Bani oversteken, een zijtak van de rivier Niger, de laatste hindernis voor de heilige stad Djenné. De fotograaf neemt een foto van mij met achter me de man die ons met een grote stok naar de overkant manoeuvreert. Voor zijn archief, lacht hij, onder de zoektermen "toerisme" en "Afrika".

Onder diezelfde zoektermen komt ook een foto van mij die in een cirkel dansende vrouwen getrokken wordt, mannen met djembés op de achtergrond (mijn hevig protest mocht niet baten).
Soms krijg ik het label expat. Wanneer ik verveeld sta te kijken hoe de chauffeur benzine uit een jerrycan in de auto met pech giet, midden in de brousse. Terwijl ik wat koop van een meisje met een baby op haar rug, aan de andere kant van het raam van de landcruiser.

Eet ik met mijn handen uit een kom rijst met pindasaus op de grond voor me, omringd door vrouwen met kleurrijke hoofddoeken om hun hoofd geknoopt, dan ben ik de antropologe voor in zijn archief.

In de boomstam op de rivier Bani kijk ik weg van de lens, naar een man die op de rug van een paard de rivier oversteekt. Hij gaat tot aan zijn middel onder, het paard kan zijn hoofd nog maar net boven water houden.

"Let's spend the night together, from now until forever", vraagt de transistor, "Boom Boom Boom Boom".

vrijdag, maart 09, 2007

Aan de Fleuve in Ségou

Op het strand van de rivier Niger is het een bedrijvigheid van jewelste. Een moeder en haar twee dochters doen de afwas in de branding. Een man loopt op en neer met een groene emmer om iets verderop zijn witte auto en zichzelf te wassen. Ezels grazen op een stukje gras aan de pier.

Kinderen en jonge mannen komen kijken naar die twee Toebabs. De ene fotografeert, soms met en soms zonder telelens, de ander schrijft, zittend op de pier, in een Hemaschriftje.

Kinderen ravotten in het rode zand, een man graaft een put. Of maakt een berg. Een schuit vol mensen wordt door een schipper voortgeduwd met een grote stok.

Venetië met andere kleuren en in het Bambara. Met een balkende ezel op de achtergrond en vlak na het vrijdaggebed. De mannen dragen meer wit vandaag en ook meer jurken.

Kleren liggen te drogen, uitgespreid op het zand. De pont komt aan, met daarop een auto, twee brommers, een fiets en een vrouw met bananen in een schaal op haar hoofd. De mannen lopen van de pont af, het strand op. Ze gaan een ezel met een kar met daarop een jongetje met een zweep tegemoet. De zon gaat bijna onder.

dinsdag, maart 06, 2007

"Probeer ook een beetje te genieten daar in Mali", hadden verschillende mensen aan het thuisfront me op het hart gedrukt voor mijn vertrek. Dus dat doe ik, tussen de bedrijven door.

Toen we zaten te wachten aan de rand van de 'grote weg' van Kangaba, 90 kilometer stoffige zandweg van ons hotel vandaan, dat was genieten. De hele dag had ik geen enkele auto gezien in het dorp, maar wij moesten wel een lift terug regelen.

Twee uur hebben we zitten wachten, kijkend naar de vrouwen die met vanalles op hun hoofd en kinderen in doeken om hun middel voorbij liepen. Mannen op brommertjes die elkaar uitgebreid groetten, mannen die verderop thee zaten te drinken uit kleine glaasjes.

De warmte en het rode stof, de geur en de mensen. Dat was genieten. En genieten was natuurlijk ook het moment waarop er een grote landcruiser zomaar vanuit het niets opdook en ons meenam tot voor de deur van het hotel.

Genieten was het ook achterop Lot's brommer, twee toubabs (blanken) door de straten van Bamako. Lotte die af en toe nageroepen werd door bekenden. Ik die mijn ogen uitkeek: de stalletjes aan de kant van de weg, de mensen in alle kleuren en maten kleding en gewaden, een flarde muziek zo hier en daar in het voorbijkomen.

Het eten later met Lotte, Martin en een hele Malinese familie, op hun erf waar net voor het eten een op hol geslagen geit voor grote hilariteit had gezorgd.

De lekkere Malinese vis, de vriendelijkheid van de mensen die we ontmoet hebben, het warme contact met een grote albinofamilie die we vandaag uitgebreid geinterviewd en gefotografeerd hebben. Dat mag dan wel werk zijn en geld in het laatje brengen, het is zo mooi. En misschien is dat wel het meeste genieten.

Weblog Commenting and Trackback by HaloScan.com