maandag, november 29, 2004

29 november
Nog een maand in Yasate per vandaag.
Nog een maand pastelkleurige huisjes en puffen wanneer de zon er is,
interviewen over emigratie,
kijken naar jongetjes met hanen onder de arm,
naar meisjes met zusjes aan de hand,
naar de man die 's avonds zijn koeien van A naar B leidt,
wegdraaien voor de stofwolken wanneer er een auto voorbijkomt,
knuffelen met het zoontje van Kauri.

Nog een maand proberen elk detail van het leven van degene die mij omringen op te vangen,
nog een maand rustig blijven onder de wisselende aan- en afwezigheid van Federico in mijn leven,
onder de alziende ogen en alzeggende tongen van zijn broers,
onder de onzekerheid van alle mogelijke plannen die gemaakt worden.

Nog een maand in dubio over daar en hier,
over existentiele vragen zoals daar zijn de belangrijkheid van anderen in mijn leven,
over afhankelijkheid en de weerzin daartegen.

Nog een maand zingende lichtjes in de kerstboom naast mijn slaapkamerraam zonder glas,
nog een maand merengue op volle kracht wanneer de elektriciteit het doet,
nog een maand avocado's en sinaasappels vers van de boom.
Nog een maand.

woensdag, november 24, 2004

Kazarca en de santos (2)
Waarom ik niet eerder gekomen ben,
de kanalen staan immers al een tijdje open.
Don Roberto verwacht me.
In een schuurtje achter zijn huis een altaar met ontelbare afbeeldingen van heiligen. Half opgebrande stukken hout. Water met keien erin. Bloemen. San Miguel-spray. Parfum en agua florida waarmee we onszelf besprenkelen. Een belletje warmee hij de heiligen roept.

Misericordia luistert, treedt met een schok het lichaam van Roberto binnen. Doet hem scheel kijken, een rode zakdoek om zijn hoofd binden, met een Haitiaans accent praten. Misericordia spreekt me toe. Vertelt me dingen die ik hier niet ga herhalen maar spreekt me toe over mij en mijn leven en mijn gaven en mijn fouten en mijn man, hoe kan het ook anders. Belooft me een goed werk te doen. Schrijft mijn naam en die van Federico op een papiertje, de hare ook, maar dan ver weg. Vraagt me te betalen en weg te gaan om volgende week weer terug te komen.

Wat ze opschrijven, vraag ik Kauri en Mauricia wanneer ik nog licht natrillend binnenkom. De namen van de slechte mensen in de buurt, vertellen ze me. Van hen die Kauri hun huis niet willen verhuren. En nu ze toch bezig zijn, ook die van S, Federico's ex. Bij de namen een spreuk, en de hele handel in een uitgeholde aardappel, met een spijker erdoor in de koelkast. Opdat ze koud zouden worden.

Vanmiddag gaan Federico en ik in de honing bij Mauricia.
Opdat we zoet worden.
Blijven.
Voorlopig dan.

dinsdag, november 23, 2004

Uitstel van executie
De knoop is doorgehakt en het ticket veranderd.
Geen kerst in de lage landen maar in de zon.
Geen maand voor me,
maar een maand en een week.
Aankomen net voor het vuurwerk.
in plaats van voor het familiediner.
Een week langer Yasate.
Een week langer Kauri, Mauricia, Miriam en F.
Federico.
Of niet, die laatste.
Wie zal het zeggen.
Een week langer schipperen tussen wanhoop en euforie maar dat wel in de zon en in mijn Yasate.
Tijd zat om af te kicken daarzo, aan de andere kant van de zee.
Tijd zat.

zaterdag, november 20, 2004

Beetje woordenloos ben ik
Zou kunnen vertellen over F's vader die zijn leven lang op de velden platano's en yuca's bewerkt heeft en plots kwijt was toen hij voor het eerst in América was. Hij dacht dat hij een geit gezien had en was die achterna gegaan.

Zou kunnen vertellen over telefoontjes in het midden van de nacht.
Over hanengevechten voor de deur en over parfum.
Over kaarsen voor de heiligen bij de buren en over hoe de hele straat baseball kijkt wanneer hij pitcht.

Maar zou ook niets kunnen zeggen.
Want zou u het vatten, lieve lezer?

woensdag, november 17, 2004

Mijn glimlach is als die van een boer met kiespijn
Alles moet hier stiekem.
Over alles wordt geroddeld.

Graag keilde ik moeder Miriam uit het raam, zo af en toe.
Graag gilde ik tegen haar
dat ze het recht niet heeft in mijn spullen te rommelen en zo mijn pil te vinden,
wat ze wel niet denkt om tegen de buurvrouw te zeggen dat ze wel weet dat ik vannacht bij mijn vriendje sliep,
dat ze mij als substituutmoeder loyaliteit verschuldigd is en geen roddels,
en dat haar bloedeigen dochter nu ook niet bepaald de heiligheid zelve is.

Maar dat gil ik alleen maar in mijn hoofd,
en dat sis ik tegen Kauri.
Want alles moet hier stiekem, over alles wordt geroddeld,
en de schijn hoort immer opgehouden.

zondag, november 14, 2004

Later
Later neem ik een schommelstoel, zo eentje die je voor je raam zet. Misschien neem ik zelfs geraniums. Of andere planten om me achter te verstoppen. Dan kijk ik naar buiten en naar de mensen, dan verzin ik wat ze denken en waar ze heen gaan. Wie hun nieuwste minnaar is en wat ze voor het avondeten in hun tas hebben. Dan schommel ik rustig heen en weer.
Misschien denk ik soms ook niets.
Misschien denk ik aan de keren dat ik schommelde daar ver weg op mijn eiland, voor het huis. In het niets starend en soms ook naar de een en soms ook naar de ander. Denkend aan hoe het worden zou, weer terug daar.
Daar, ver, ontastbaar ver, denkend aan daar, ver, misschien ook wel ontastbaar ver.

maandag, november 08, 2004

Kazarca en de ander
Santo Domingo.
Een terrasje op een rots boven de zee, onder een grote groene overhangende boom.
De ander eet zeevruchten en zijn schoonbroer ook. Zij drinkt bier.

Of ze nog wel eens met de pitcher praat,
vraagt hij tussen neus en lippen door.
Nee, antwoordt ze nonchalant, zo goed als nooit.
En of ze wel eens naar het stadion geweest is.
Ja, zegt ze na even denken, lang geleden.
Waarom ze zo stil praat terwijl hij aan het telefoneren is.
Omdat ze niet weet wie er aan de andere kant hangt, bloost ze.
En of ze zich wel lekker voelt.
Ja, lacht ze, want dat is ook zo.

Na de zeevruchten en het bier komen de rijstpap en de chocolademousse.
En het afscheid want hij kwam alleen maar even langs om haar te zien. Alleen om haar te zien en om de zeevruchten.
Ze begrijpt er helemaal niets van.

zondag, november 07, 2004

De andere kant
Kazarca reist tegenwoordig een beetje rond door het land,
ouders aan haar zijde en toeristje spelen maar.
Kazarca leert de wereld kennen van de tatouage- en bikiniblanken, van de dansles op het strand, van de rum a volonté, van de vierdubbele taxiprijzen en van opdringerige CD-verkopers.
En ze walgt ervan. Voelt het vanbinnen borrelen en koken en vervloekt de hele toeristensector all together.
Weet niet wat ze ermee moet maar verlangt naar haar Yasate.
Haar Yasate met haar ex en haar wanhoop en de roddels maar wel haar echte, oprechte leven.
Misschien gaat ze wel nooit meer op vakantie.
Ja, echt.

maandag, november 01, 2004

En toen kwamen de twee werelden samen
Tranen op de luchthaven.
Een stapel boeken-in-mijn-taal.
Chocolade in de ijskast
en ook Belgisch bier.
Knuffels, vertalingen, onwennigheid.
Mijn ouders in mijn bed.
Nu. Op dit moment.
Mijn echte ouders, de witten, in mijn bed, in mijn Yasate, bij mijn pleegmoeder.
Nog een beetje onwerkelijk, maar fijn.

Weblog Commenting and Trackback by HaloScan.com