vrijdag, oktober 29, 2004

Drie maanden
Drie weken geleden was ik hier drie maanden.
De officiele tijd die voor deze stage staat.
Drie weken geleden had ik klaar kunnen zijn. Had ik kunnen vliegen naar mijn stad en mijn dorp en mijn mensen. Om te schrijven en te vertellen over hier.
Maar ik wou meer. Ik wou geen drie maanden maar vijf-en-een-half, señor. En gelijk had ik. Want na drie maanden en een dag begon het hier pas echt leuk te worden.

donderdag, oktober 28, 2004

Kazarca en haar flirts
Ik ben in de leer.
Ik verdiep me in de wereld van de romantische relaties a la Dominicana.
Mijn leermeesters: Kauri en diens moeder.
Ik leer hoe de waarheid te omzeilen, hoe emotioneel te chanteren, hoe te provoceren, hoe stiekem met andere mannen te flirten en hoe mijn benen als troef te gebruiken.

Ik leer hoe alziende blikken te ontwijken en hoe trouw te fingeren.
Ik lach wanneer Kauri zich luidop verbaast over mijn onwetendheid.
En geniet van de kick van de risico’s.
En van die andere donkerbruine ogen.
(“Mag niet, Kauri.”
“Tuurlijk wel, Judi. Weet alleen hoe”)

woensdag, oktober 27, 2004

En wanneer ze thuiskomt ruikt ze zijn lijf aan haar handen
Vel te snel verkocht.
Beer nog steeds / weer terug in kamp witte.
Lees Kazarca, blijf op de hoogte.

dinsdag, oktober 26, 2004

Gelukt
Hoe ze aan mijn naam kwamen weet ik niet,
maar over is het met de prille verliefdheid.

zondag, oktober 24, 2004

Brujeria
Ze willen weten hoe ze heet, die witte.
Je weet wel, die witte in het huis van Miriam,
die gaat met de pitcher.
Judi vanvoor, maar wat vanachter.
Ze proberen het bij haar oma, bij haar vriendinnen, maar tevergeefs.
Want niemand weet, niemand weet, dat ze Judith Jansen heet.
Zouden ze het weten,
ze zouden haar naam schrijven op een papiertje
en dat naar een heks brengen.
Die het papiertje zou leggen onder een kaars
van een kwade heilige.
Die de prille verliefdheid om zou zetten in haat.
Die haar pitcher weer zou drijven in de armen van de moeder van zijn kinderen.
Maar niemand weet, niemand weet, dat ze Judith Jansen heet.

dinsdag, oktober 19, 2004

19 oktober
Wij hebben nu reeds een kerstboom
met lichtjes en een engel en ballen in groen en rood
maar dat is niet erg want
de zon blijft schijnen.

maandag, oktober 18, 2004

Kazarca en de pitcher
In het volkenkundig museum van Santo Domingo staat in een afgelegen hoekje, in de buurt van de carnavalsmaskers en de altaren, een bureau. Daarop een asbak, een whiskeyglas, een bril en een typemachine. Een oude, van de soort die rinkelt wanneer je een nieuwe regel wil. In de typemachine een vel papier, dat een willekeurige antropoloog als een stukje fieldnotes zou kunnen beschouwen. Een student die schrijft over een bezoek aan haar professor, met een brandende vraag over de studie. Maar de professor blijft onverstoord naar de radio luisteren. Baseball. Na afloop van de wedstrijd richt de professor zich tot de student. “Wil je het volk begrijpen, begin dan met haar spelen.”

Geïnspireerd door de typemachine en de professor trok Kazarca vandaag diep het land in, naar een streek met lange verlaten wegen en cactussen, met af en toe geiten, honden en nootjesverkopende kinderen aan de straatkant, waarna weer lange verlaten wegen. Op het einde van de weg San Juan, en aan het einde van San Juan el play. Alwaar een oefenwedstrijd tussen de tijgers van Licey en de leeuwen van Escogido. Op de tribune in de zon legde Kauri haar de regels en beweegredenen uit, en bewonderde ze het spel van de internationale baseballers, Dominicanen die in het buitenland spelen en tijdens de winterstop elders het volk hier komen vermaken. Ze sprong recht bij elke owran (homerun), kromp in elkaar bij elke au (out), en keek trots toe hoe de pitcher baseballen van fans signeerde. Om na de overwinning aan zijn hand en met haar neus in de lucht het stadion te verlaten.

woensdag, oktober 13, 2004

Ik heb het natuurlijk aan mezelf te danken
Ik had ook kunnen schrijven dat hij een voorbeeld is voor de kinderen uit de buurt,
en dat hij hun baseballuniformen sponsort.
Dat hij een lokale beroemdheid is en me suikerriet en geit en bier cadeau doet.
Dat hij danst als de besten en steeds lekker ruikt.
Dat hij erg netjes mijn hand gevraagd heeft aan mijn surrogaatmoeder.
Maar dat is een stuk minder spannend dan de versie met de kinderen en het pistool, geef toe.

vrijdag, oktober 08, 2004

Lieve ouders,
Hij heeft
een pistool
en kinderen
net als zowat elke Yasatero
die heeft.
En hij heeft (nog) geen vriendin (meer).

Hij heeft
de beste bedoelingen,
een lieve moeder,
lieve moeder.
Een respectabel beroep,
lieve vader.

Ik heb
nepnagels
met tekeningetjes,
en ook wel weer eens zin
in een significante andere
net als zowat elke Yasatera
die heeft.

maandag, oktober 04, 2004

Over de avond waarop ik me het kwetsbaarst voelde
Waar we waren, toen het gebeurde?
Op het feest, in de wei bij de grote weg: twee biertentjes, een supersoundsystem en alle brommers die Yasate rijk is.
Wat we deden, voor het gebeurde?
We dronken het bier dat de mannen ons gaven, we dansten, we lachten en we waren het roerend eens.
Wat we deden, toen het gebeurde?
We grepen elkaars hand vast, Kauri en ik, en we renden. We renden terwijl we de schoten achter ons hoorden, wel tien, vertelden we elkaar later, we renden, hand in hand, en verstopten ons achter een geparkeerde auto. Daar bleven we zitten, kijkend door de raampjes, verkrampend bij elk nieuw schot. Hand in hand. Tot de wilde schutters wegreden en we weer recht konden staan. Naar de discoterraza konden om daar verder te drinken en te dansen en het eens te zijn, zij het ietwat aangedaan.

zaterdag, oktober 02, 2004

De vingers van Juancito
Een paar jaar geleden werd Juancito gedeporteerd. Over het waarom wil hij het niet hebben, maar we hebben inmiddels geen plaatjes meer nodig.
Hij mag nooit meer binnen in het land waar hij de lage lonen maar hoog vindt, tenminste niet als Juancito.

En daarom mat hij zichzelf een andere identiteit aan. Noemde zichzelf Marco - naar een vermoorde dorpsgenoot, verminkte zijn duimtoppen met een scheermesje en trok naar het Amerikaanse consulaat. Vroeg een visum aan om zijn dochter op te zoeken. Alles ging goed tot ze om zijn vingerafdrukken vroegen.
Van zijn wijsvingers.

Marco, die het consulaat vol goede moed binnenging, kwam er als Juancito weer buiten, met hangende schouders, lege handen en blauwe wijsvingertoppen. Hij kent zijn dochter nog steeds alleen van de foto's.

vrijdag, oktober 01, 2004

Onder de klamboe
's Middags trekt ze zich terug onder haar klamboe. Met haar kussen, discman, boek en opschrijfschrift. In de spiegel aan de muur ziet ze een silhouet in kleermakerszit, met opgestroopte broekspijpen, spaghettibandjestopje en samengebonden haren. Op de rechterknie een opschrijfboekje.
Af en toe gaat ze liggen op haar rug, armen en benen wijd, een wanhopige poging om een zuchtje wind op te vangen dat het zweet op haar gezicht opdroogt. Tevergeefs. Ze draait zich op haar zij, schrijft verder. Aan een stukje weblog, of, intiemer, een stukje dagboek. Maar lang houdt ze het niet vol. Ze gaat weer plat, op haar rug, armen en benen wijd, daar onder haar klamboe, wachtend op de wind, de regen die de hitte wegspoelen kan, de elektriciteit die de wieken van haar ventilator draaien doet, op een uurtje slaap. De stem van Joaquin Sabina in haar linkeroor en haar gedachten overal en nergens.

Weblog Commenting and Trackback by HaloScan.com