Kazarca en de pitcher
In het volkenkundig museum van Santo Domingo staat in een afgelegen hoekje, in de buurt van de carnavalsmaskers en de altaren, een bureau. Daarop een asbak, een whiskeyglas, een bril en een typemachine. Een oude, van de soort die rinkelt wanneer je een nieuwe regel wil. In de typemachine een vel papier, dat een willekeurige antropoloog als een stukje fieldnotes zou kunnen beschouwen. Een student die schrijft over een bezoek aan haar professor, met een brandende vraag over de studie. Maar de professor blijft onverstoord naar de radio luisteren. Baseball. Na afloop van de wedstrijd richt de professor zich tot de student. “Wil je het volk begrijpen, begin dan met haar spelen.”
Geïnspireerd door de typemachine en de professor trok Kazarca vandaag diep het land in, naar een streek met lange verlaten wegen en cactussen, met af en toe geiten, honden en nootjesverkopende kinderen aan de straatkant, waarna weer lange verlaten wegen. Op het einde van de weg San Juan, en aan het einde van San Juan
el play. Alwaar een oefenwedstrijd tussen de tijgers van
Licey en de leeuwen van
Escogido. Op de tribune in de zon legde Kauri haar de regels en beweegredenen uit, en bewonderde ze het spel van de internationale baseballers, Dominicanen die in het buitenland spelen en tijdens de winterstop elders het volk hier komen vermaken. Ze sprong recht bij elke
owran (homerun), kromp in elkaar bij elke
au (out), en keek trots toe hoe de
pitcher baseballen van fans signeerde. Om na de overwinning aan zijn hand en met haar neus in de lucht het stadion te verlaten.